Krant is eigendom van de organisatie Het Gooi Bevrijd.
Hieronder een kleine samenvatting over het ontstaan van het dagblad Gooische Klanken. (met dank aan Saskia Bonger.)
......"Trouw, in de oorlog als ondergronds blad ontstaan, moest na de oorlog journalisten aantrekken om te overleven. De enige journalist van beroep in het leidende Trouw-team was E. van Ruller en hij kon natuurlijk niet alleen een dagblad op poten zetten. In de loop van de jaren 1945-1946 werden daarom oud-journalisten van De Standaard en de Telegraaf aangetrokken. Ondanks het feit dat deze journalisten dus niet direct uit de eigen kring kwamen, werkten zij mee aan het beleid van de krant om zich te richten tot de eigen groep. Nieuws uit en over de eigen kring werd groot gebracht en opvallend goed geplaatst. Het gebeurde niet zelden dat het verslag van een bijeenkomst van een gereformeerde mannen- of vrouwenbond forser opgemaakt en beter geplaatst werd dan belangrijk algemeen nieuws over binnen- of buitenland.
De lezers van de krant wilden dat ook zo. Vooroorlogse gedachten over toewijding aan het eigen, christelijke organisatieleven en een negatieve instelling tegenover veel ‘werelds’ vermaak vonden ook na de oorlog een hechte voedingsbodem onder het lezerspubliek van Trouw. De krant stemde haar keuze van onderwerpen hierop af en ook de toon van de artikelen werd erdoor beïnvloed. Al te populaire taal zou niet gewaardeerd worden.
Dat betekent overigens niet dat Trouw gezapig was. De krant kon juist erg fel van leer trekken, vooral tegen degenen die mensen uit de protestants-christelijke groep aanvielen. Ook mensen die in politiek opzicht als afgedwaalde broeders werden gezien, konden rekenen op stevige taal. Soms werd dat de lezers te veel en beschuldigden zij de krant ervan dat zij te negatief was, personen kwetste, christelijke zachtmoedigheid ontbeerde en de christelijke overtuiging van haar tegenstanders niet erkende.
Tegenover Trouw als oude verzetskrant staat de regionale krant De Gooi- en Eemlander, die in de oorlog meewerkte met de Duitse bezetter. Dat gebeurde om meerdere redenen, waarvan de belangrijkste waarschijnlijk was dat directeur Klene van de N.V. Dagblad De Gooi- en Eemlander zijn personeel wilde behoeden voor de nare gevolgen van een sluiting. Armoede of gedwongen tewerkstelling in Duitsland waren zeker niet ondenkbeeldig. Een andere noemenswaardige reden is dat Klene zich wilde verzetten tegen de nazi-opdracht om het WA-blad De Zwarte Soldaat te drukken. Als de krantenproductie werd gestaakt, kwamen de zet- en drukmachines vrij om dit krantje te drukken. Dat wilde Klene in ieder geval voorkomen.
Nadat de Duitsers hadden besloten dat deze krant mocht blijven bestaan, kreeg deze medio december 1941 een nieuwe hoofdredacteur aangewezen, de NSB’er Graumans. Directeur Klene stelde persoonlijk contact met een opgedrongen hoofdredacteur niet op prijs. De ontmoetingen tussen de twee werden tot het hoogst noodzakelijke beperkt. Toch had de krant het slechter kunnen treffen met de hoofdredacteur. Graumans was allerminst een fanatieke nazi. Hij heeft nooit geprobeerd de journalisten onder zijn hoede tot zijn zienswijze te bekeren en bovendien was hij een bekwaam journalist. De redactie deed ondertussen het hare om de Duitsers te saboteren. Uit opgedrongen kopij werd zo veel mogelijk geschrapt en foto’s bracht men het liefst terug tot het formaat van een postzegel. Redacteur Klaas van Vliet zag als ‘bewaker’ van de telex voortdurend de kans om heel wat nazi-kopij, waarop publicatieplicht rustte, ongezien te laten verdwijnen.
Op 1 augustus 1944 werd Graumans, die in de loop van de jaren steeds meer was gaan twijfelen aan het nut van de oorlog en die tegenover de redactie openlijk had toegegeven dat hij zich in het nationaal-socialisme had vergist, vervangen door de fanatieke NSB’er Goedhart. Deze intimideerde de redacteuren van De Gooi- en Eemlander met brutaal en luidruchtig gedrag. Echt onder de indruk was de redactie niet en deze zette haar stille verzet dan ook als vanouds voort.
Na de bevrijding werden alle kranten die na 1 januari 1943 hun uitgave hadden voortgezet verboden, dus ook De Gooi- en Eemlander. De gezamenlijke Hilversumse ondergrondse pers, verenigd in de ‘Hilversumse Perscommissie’, had al voor het einde van de oorlog besloten dat er na de bevrijding één plaatselijk dagblad zou worden uitgegeven onder de naam Gooische Klanken. De mensen die aan deze krant zouden meewerken, kwamen allemaal uit de illegaliteit en hadden geen flauw benul van de wijze waarop een echte krant gemaakt moest worden. De redactiestoelen werden gevuld, maar niemand wist precies wat er gedaan moest worden, ook hoofdredacteur E. van Uye Pieterse niet. De directeur van de nieuwe krant werd Niek Vlot, voorzitter van de Hilversumse Perscommissie. Ook hij bezat niet veel kennis van zaken. Dat Gooische Klanken de eerste weken toch kon verschijnen lag dan ook grotendeels aan de hulp van oude technisch medewerkers van De Gooi- en Eemlander.
Op 7 mei 1945 nam de nieuwe krant het hoofdkantoor van De Gooi- en Eemlander in beslag en diezelfde dag verscheen het eerste nummer van Gooische Klanken. Daarin werd nadrukkelijk vermeld dat deze krant een tijdelijk karakter droeg. Zij zou haar verschijning staken zodra ,,de Pers" – en hiermee werd uiteraard de voorlopig verboden Gooi- en Eemlander bedoeld – door de bevoegde instanties gezuiverd was. Dat ging echter niet zo vlot en de redactionele medewerkers van Gooische Klanken begonnen zich wat ongemakkelijk te voelen. Er ontstond een behoefte aan echt journalistiek vakmanschap en dit werd gevonden bij een aantal Gooi- en Eemlanderredacteuren. Gooische Klanken werd langzaam aan een professionelere organisatie met een eigen Raad van Toezicht en Advies om de ideële doelstellingen van de krant ook in het redactionele beleid tot uiting te laten komen. Deze doelstellingen behelsden dat de krant aan geen enkele zuil gebonden was en een progressief-sociale inslag had. Kritiek aan het adres van de regering werd geuit als dat nodig was.
Ondertussen zat de directie van De Gooi- en Eemlander ook niet stil. Deze deed zijn beklag bij het Militair Gezag over de inname van haar gebouwen en apparatuur door Gooische Klanken en kreeg zijn gelijk. De directie van de laatste krant moest in september 1945 het oude Gooi- en Eemlanderkantoor verlaten. Op 29 september kwam de directie met de verklaring dat Gooische Klanken zou blijven bestaan, omdat de situatie in het land aantoonde dat de taak van deze krant nog niet afgelopen was:
,,Zolang het mogelijk is, dat rechtschapen mensen, welke tijdens de bezetting enorm goed werk verricht hebben, thans terzijde gesteld worden, omdat zij het kwaad in de wortel durven aantasten, zolang is onze strijd nog niet volstreden en zijn wij verplicht, ook aan hen die vielen, ons werk voort te zetten."
De Gooi- en Eemlander werd officieel tot vijand verklaard. Op vrijdag 29 maart 1946 verscheen het eerste naoorlogse nummer van deze krant, die net als voor de oorlog een nette, neutrale krant voor de kleine burgerij wilde zijn.
Op die dag produceerde de drukpers in het oude hoofdkantoor van De Gooi- en Eemlander twee dagbladen. Dat bleek geen simpele zaak, vooral omdat de verhoudingen tussen de directies en medewerkers van beide kranten grondig verstoord waren. De slinkse pogingen, waarmee Gooische Klanken had getracht De Gooi- en Eemlander blijvend buiten spel te plaatsen, hadden bij de werknemers van dit bedrijf grote wrevel gewekt en het was bepaald geen grote liefde meer, waarmee het technisch personeel zich wijdde aan de opdracht om Gooische Klanken te blijven zetten en drukken. Ook beide redactieteams waren vijandig tegenover elkaar. Ze wilden niets met elkaar te maken hebben en beschouwden elkaar officieel als lucht en dat terwijl ze in hetzelfde gebouw waren gehuisvest.
In de maanden die volgden werd de sfeer er niet beter op. Gooische Klanken moest met lede ogen en verbazing toezien hoe een niet onaanzienlijk deel van het lezerspubliek weer oude vertrouwde huisvriend De Gooi- en Eemlander ging lezen. De eerste krant startte een campagne om dat tegen te gaan. Medewerkers trokken langs de deuren om de lezers op het oorlogsverleden van haar concurrent te wijzen, maar zonder succes. De Gooi- en Eemlander groeide door.
Naarmate het openbare leven zijn vooroorlogse beloop grotendeels hernam en de aandacht van het publiek zich weer ging richten op het traditionele plaatselijke nieuws, bleek De Gooi- en Eemlander over de beste troeven te beschikken. Zijn redacteuren waren degelijk ingevoerd in de circuits die vanouds het sociale leven beheersten. Daarom was informatie die via deze kanalen verkregen moest worden vaak beter bereikbaar voor De Gooi- en Eemlander dan voor Gooische Klanken. De eerste krant was in zulke gevallen vollediger. De concurrentiestrijd tussen de twee kranten was heftig en werd vaak niet netjes gestreden. Op maandag 28 oktober 1946 liet Gooische Klanken dan ook weten dat haar redactie was verhuisd.
De publieke belangstelling voor deze krant nam ondertussen steeds verder af. Het dagblad raakte in een zorgelijke financiële situatie. Het slechte management maakte de problemen alleen nog maar groter. Na een lange doodstrijd volgde op 25 april 1949 de faillietverklaring. De Gooi- en Eemlander had hele andere zorgen. In april 1948 kreeg de krant te horen dat ze haar naam moest veranderen, omdat deze samenhing met het oorlogsverleden van de krant en dat zou bij het Nederlandse publiek ergernis wekken. Het argument dat de oplagen toch duidelijk stegen, werd in de wind geslagen. Tot nader order zou de krant onder een andere naam verder moeten gaan. Dat werd Het Gooi- en Ommeland......."
Bron: http://odur.let.rug.nl/avalon/Papers/paper_saskia.htm
Hier worden de eerste edities van Gooische Klanken op 7 mei 1945 in de buurt van de Langestraat te Hilversum uitgedeeld. Deze schitterende foto is aangeleverd door het Streekarchief Gooi en Vechtstreek.
1 van de laatste Gooi en Eemlanders voor de bevrijding. Op 7 mei 1945 rolde de eerste Gooische Klanken van de persen waar voorheen de Gooi en Eemlander vandaan kwam.
Krant is eigendom van de organisatie Het Gooi Bevrijd.